Wie zijn wij? Is een serie waarin de Dorpsverbinders buurtbewoners interviewen.
We zijn we in gesprek met Door van Tienen, het is dinsdagmiddag 5 januari 2021
De deur wordt opengedaan door een vriendelijke verzorgende van Thuiszorg Pantein, dit is waar Door woont, een aanleunwoning van Zorgcentrum Op “t Hoogveld”.
Als Door mij ziet is het eerste wat ze zegt: “o wat vind ik dat toch fijn dat jij aan mij gedacht hebt” Onder het genot van een kopje/thee en een lekkere bonbon, begint Door enthousiast te vertellen.
Door wil je iets vertellen over jezelf?
“Ik ben geboren op 4 mei 1928 in Sint Anthonis op de Bosweg, als tweede van het gezin met 10 kinderen, zeven jongens en drie meisjes” Ik word meteen verwezen naar een prachtige foto van het oude pand, die in de kamer hangt. Ze is er erg trots op. “Toen ik ging verhuizen heb ik tegen ons kinderen gezegd, die moet mee” Het pand is zoals het er toen uitzag met het voor - en achterhuis, precies zoals het was, zegt Door.
“Ons vader was een klein boertje, zo was dat indertijd. Het was altijd heel hard werken. Wij moesten als kinderen moeder altijd helpen. Er was toen veel armoede, we deden alles zelf”
“Toen we oud genoeg waren gingen we naar de bewaarschool (kleuterschool) daar hebben we niet veel geleerd, alleen muziek maken en dansen. Gerrit en ik gingen altijd hand in hand naar school, en liepen dan altijd aan de verkeerde kant van de weg” Door vertelde lachend een leuke anekdote: “er stopte een man en die vroeg hoe wij heten. Gerrit keek mij aan en zei: Door, dag mag je nooit vertellen”
“Na de lagere school ging ik thuis helpen op de boerderij. Ik was ongeveer 13, 14 toen ik uit huis ging, om inwonend in Sint Anthonis te gaan werken. Ik had daarin niks te zeggen. Ik heb dit een jaar gedaan, het was in de oorlog, het was vreselijk. Ik moest alleen maar poetsen, koeien melken, varkens voeren. Spelen of met vriendinnen afspreken was er niet bij. Ik vond het niet leuk, ik mocht niks alleen maar werken, na 1 jaar ben ik teruggegaan naar huis”
“Ik heb Jan leren kennen toen ik ongeveer 20 was, op de kermis in Ledeacker. We hebben 6 en half jaar verkering gehad. We zijn in 1957 getrouwd en hebben in de Bremheuvel een stuk grond gekocht en daar zelf ons huis gebouwd. We waren de tweede in de Bremheuvel. De eerste bewoners waren Harry en Jo Peeters. We hebben 60 jaar met veel plezier daar gewoond. We waren wel op ons eigen”
"We hebben zes kinderen gekregen, Kris, Henriette, Anita, Joop, Laeti en Luc. Jan heeft gewerkt als onderhoudsmonteur en in de oude melkfabriek. Hij heeft altijd heel hard gewerkt voor zijn gezin, daarnaast verdiende hij ook bij als ober op diverse plekken. Dat heb ik later ook gedaan bij Hoefnagels, we vonden het fijn om met de mensen samen te zijn. Jan is helaas 7 jaar geleden overleden”
Wat heb je verder nog gedaan aan werk?
“ ik heb denk ik wel tien adressen gehad waar ik ging werken, en heb daar veel waardering gekregen, dat is fijn. Ook heb ik opgepast bij Peter en Corry Bindels al vanaf hun eerste kindje en later met de tweeling, ik ben daar vele jaren als oppas geweest en ook om te poetsen. Peter komt nog steeds elke dinsdag bij mij op bezoek en dat vind ik zo fijn”
Gingen jullie op vakantie?
“Ja, we gingen met de kinderen kamperen in Roggel, eerst met tent, later met een vouwwagen en daarna met de caravan. Dat was zo mooi, zegt ze lachend”
Door hoe heb je de verhuizing ervaren van de Bremheuvel naar de aanleunwoning?
“Heel vreemd, alles was anders. Het was een hele overstap, die ik samen met de kinderen heb gezet. Het moest, het kon niet anders. Ik was altijd aan het werk en in de tuin, maar op een bepaald moment ging dat niet meer. Die overstap, uit het huis gaan en alles afsluiten was erg zwaar. Maar onze kinderen hebben heel goed geholpen, daar heb ik veel steun van gehad” Opmerking; “hoe vind je mijn stoel, heb ik van de kinderen gehad toen ik 90 werd, mooi he?” Ze zit er heerlijk in tijdens ons gesprek, ja zegt ze de benen kunnen omhoog maar dat doe ik niet hoor, en beweegt de voeten op de grond, zo zet ik ze altijd neer”
Hoe ervaar jij de coronatijd?
“ben meer alleen, vind ik lastig te accepteren. Tante Sjaan is even dicht geweest, dat mis ik dan zo. Ik ga er twee keer in de week naar toe. Ik heb wel veel steun van de kinderen, dat is fijn”
“Drie keer per dag komt de zuster, ze helpt met de verzorging. Ik blijf op bed liggen tot ze komt ”ze roept als ze binnen is “Hallo Door” dan roep ik terug” kom maar, ik lig te wachten!
Je was altijd heel zelfstandig en altijd aan het werk, nu ben je meer afhankelijk hoe is dat voor jou?
“Vind ik niet erg. Ze zijn allemaal zo lief de zusters, ze doen wat ze kunnen voor mij. Ze helpen bij het aankleden en wassen, maken het ontbijt, en gaan weer als ik ga eten. Ik hoef niet meer te koken het eten wordt gebracht. Ik heb het hier goed naar mijn zin”
Ook hadden we het nog over het verschil tussen vroeger en nu, waarop Door zei:” Nu is het gaan en staan waar je wilt en doen wat je wilt, vroeger was het alleen maar werken”
Door we bedanken jou dat jij je verhaal met ons wilde delen.
Ken jij ook iemand die graag haar verhaal wil vertellen op Samen, laat het ons weten, in aandacht voor elkaar!