Broeders en zusters in Christus, lieve mensen,
Mijn verhaal begin ik in Schaijk mijn eerste pastoorsbenoeming en waar ik mooie zeven jaren kende. Bisschop Hurkmans had echter een nieuwe pastoorsbenoeming voor mij in de Angelusparochie in Asten – klokkendorp – waar pater Piet Schellens zou stoppen.
Terug even. Voor mijn eerste pastoorsbenoeming in Schaijk heb ik stage in Den Bosch gelopen bij Bernard Speekenbrink in de Heilige Geest parochie en werd ik pastor in de H.H.Harten parochie aan de Graafseweg, voordat bisschop Hurkmans pastoor Felix Spooren vroeg samen met mij een team te vormen in Geldrop. Lees het interviewgesprek door Frans van de Meer in 1998 met de nieuwe pastor, ondergetekende.
Terug naar de opvolging van pater Piet Schellens scj in 2008: Bij mijn pastoorsinstallatie vroegen de gelovigen in de R.K.Angelusparochie te Asten-Heusden mij -bij het overhandigen van de zeven symbolen- (met daaronder de sleutels van de kerken) om openheid, gezamenlijk overleg en gedeelde verantwoordelijkheid. En bij het laatste symbool (het Evangelieboek) werd mij gevraagd het Evangelie te verkondigen en onderricht te geven in het katholieke geloof. Mijn antwoord daarop was: “Met de hulp van Gods genade, ja”.
In de laatste viering in Asten op zondag 22 november 2015 heb ik deze symbolen teruggegeven, om die bij mijn pastoorsinstallatie in Druten voor de bediening van mijn pastoorsambt uit handen van leden van pastoraatsgroep te ontvangen. De installatie tot pastoor vond plaats door de Vicaris Generaal Ron van den Hout op zondag 20 december 2015 om 10.00 uur in de parochiekerk H.H. Ewalden. De laatste zeven jaar heb ik met liefde en enthousiasme in geest en waarheid de opdracht van onze bisschop vorm gegeven met up’s en down’s.
Begin juni benaderde diaken Peter de Vries mij namens de bisschop. Onze bisschop had een nieuwe benoeming voor mij. En zo geschiedde het dat ik in het mooie Maasland in Provincie Noord-Brabant, gemeente Land van Cuijk benoemd ben. Ik dank de Monseigneur voor het in mij gestelde vertrouwen. Ik bid God dat wij allen op grond van onze doopopdracht als gelovigen, samen met het pastorale team, bestaande uit pastor Tullemans c.s.s.p., pastoraal werkster Jantje Bax en catechist Gerda Willems het geloof vitaal houden en Kerk zijn zoals Jezus het voor ogen had toen hij zijn leerlingen opdroeg: “Blijf dit doen…..”
Vanaf deze plaats wens ik pastoor Norbert van der Sluis een gastvrij ontvangst in zijn nieuwe parochie in Valkenswaard. Ik wens hem veel werkvreugde toe onder Gods Zegen.
Ik ben verheugd.
Verheugd dat ik in de streek waar mijn voorvaderen vandaan komen, nu zelf ga wonen en werken. In de 18e eeuw woonde mijn voorvaderen in Boxmeer. Zij zijn in de 19e eeuw via Uden in Dinther terecht gekomen.
In Dinther ben ik geboren op 5 juni 1967 als tweede kind van Adriaan Hermans en Mieke Habraken. Mijn vader heeft jaren gewerkt in de wegenbouw eerste bij van Lee in Veghel en later bij den Oetelaar in Mill als balkmanspecialist en heeft menig weg waarover wij nu rijden aangelegd. Mijn moeder regelde thuis alles en zorgde dat wij niets te kort kwamen als kind. Ik heb een oudere broer Maarten, die sinds jaren Herberg Thijssen in Vierlingsbeek runt. Mijn moeder is op 9 december 2004 in de leeftijd van 63 jaar overleden. Vanaf die dag was mijn vader weduwnaar, maar zorgde hij voor zichzelf, zoals Mieke het hem nog had bijgebracht in de laatste fase van haar leven, tot dit niet meer ging. Na kort verblijf van twee maanden in Laverhof is pa in de leeftijd van 88 gestorven op 13 november 2021. We hebben pa begraven op kerkhof na een laatste dienst voor hem in de parochiekerk te Dinther.
Ik speel vanaf mijn elfde klarinet, eerste als derde klarinettist bij Harmonie Sint Servaes en later als solist. Elk woensdagavond rij ik op en neer naar mijn geboortedorp voor de repetitie van de kapel de Bokkebloazers, waar ik van begin af aan lid van ben.
Na mijn technische scholing en werk, heb ik voor twee jaar klassieke theologie gestudeerd aan de theologische faculteit van de Universiteit in Tilburg, waarna ik een weloverwogen keuze heb gemaakt en ben ingestroomd op de priesteropleiding te ’s-Hertogenbosch. In het najaar van ’95 ben ik transieunte diaken en op 1 juni 1996 priester gewijd door Bisschop ter Schure.
De vrede van Christus.
Ik hoop u weldra persoonlijk te ontmoeten en langs deze weg wens ik u allen de vrede van Christus. We hebben alle tijd om elkaar beter te leren kennen. Als ik ben in gehuisd op de pastorie, bent u van harte welkom voor een praatje en een kop koffie/thee. U kunt dan ook kennis kunt maken met gastvrouw Toya Janssen-Smeins en de drie hondjes die u vriendelijk begroeten.
Graag tot snel!
Pastoor Jos Hermans
Korte beeldimpressie van 25 jaar priesterschap
Meer dan woorden zeggen en indruk achterlaten wie ik ben laten beelden die vastgelegd zijn een indruk achter. Kijk voor een korte impressie naar enkele beelden uit de velen die er zijn van 25 jaar priesterschap.
Ter overweging tegen het licht van wat geschreven en gezegd wordt over mij?
Lucas 9, 18-22 // Matteüs 16, 13-21 // Marcus 8, 27-32a
Wie zeggen de mensen dat ik ben?
Wie zeggen de mensen dat Ik ben, vraagt Jezus vandaag aan ons, zijn leerlingen. Het roept bij mij, en misschien ook wel bij u, direct de vraag op: wie zeggen de mensen dat ik ben? Hoe kijken mensen tegen mij aan? Die vraag kan zo bepalend worden dat mensen gaan leven naar het beeld dat anderen van hen hebben. Constant voldoen aan de verwachtingen van anderen. Het gevaar is dan niet denkbeeldig dat je in wezen niet jezelf durft te zijn en dat kan je onvrij maken. En dus zou dan de volgende vraag kunnen zijn: Wat drijft mij /ons ? Waaruit leven wij ? Wat geloven wij ?
Wie zeggen de mensen dat ik ben? De eerste antwoorden die de leerlingen geven zijn al onthullend. Ze duiden erop dat Jezus onder de mensen grote kwesties bespreekt. Hij staat in één lijn van grote figuren uit de traditie. Ze zien in Hem iemand die namens God spreekt. Hij wordt gezien als een profeet.
De leerlingen verwoorden wat `men' zoal zegt. Het blijft voor Jezus/Marcus te vaag. Hij wil het antwoord horen van hen die Hem echt hebben meegemaakt, die met Hem opgetrokken zijn en van wie je mag veronderstellen dat ze Hem kennen. Weten zijn leerlingen eigenlijk wel wat Jezus ten diepste beweegt?
Namens de anderen gaat Petrus op de vraag in: `Gij zijt Christus, de Messias.' Hij legt een getuigenis af van hoop en vertrouwen.
Jij bent degene op wie we al eeuwen wachten, met jou zal een nieuwe tijd aanbreken, die ons vreugde en zegen schenkt. Want wij hebben gezien hoe u de eenvoudige beschermd, hoe u de machtelozen en uitgestotenen bevrijdt, hoe u de tranen droogt van wie verdriet heeft enz.. Een prachtige belijdenis, maar Petrus wordt gecorrigeerd.
`Ga weg satan, terug!' zegt Jezus tot hem. Wat is er aan de hand? Jezus spreekt met zijn leerlingen over zijn missie. Hij vertelt hun dat trouw zijn aan zijn zending in het leven niet zonder risico's is. Integendeel: Jezus is er zich meer dan goed van bewust dat trouw zijn aan het Woord van God, trouw aan de naasten, Hem zijn leven kost. En daar wil Petrus niet van weten.
Jezus kan toch niet zomaar ten prooi vallen aan de woede en de willekeur van de overheden? Daar zal hij wel eens een stokje voor steken. Dan maar wat minder aandacht voor de kleine mensen en voor onrecht dat wordt aangedaan en blijft bestaan, om zo de status quo te handhaven. Iets diplomatieker dus, zou je kunnen zeggen. Maar Jezus wil daar niets van weten. Geen concessies aan zijn opdracht. Niet om regel, om wetten, maar om de mens, zijn Schepping, is het God te doen.
Petrus was de eerste die wel een beetje wou toegeven of sjoemelen. En hij was niet de laatste. Tot in onze dagen lijkt het alsof de zorg voor mensen moeten wijken voor het handhaven van nieuwe wetten en regels, geboden die machthebbers geformuleerd hebben. Maar gelukkig zijn er ook altijd weer herders en profeten die weet hebben van dat oude Woord, van Gods belofte dat bevrijding en verlossing schenkt: Gods liefde. Ik herinner mij van monseigneur Bluijssen de uitspraak: `Als de kerk niet menselijker wordt, zullen de mensen niet kerkelijker worden. Als de kerk namelijk niet dient, dient ze tot niets.'
Wie mijn volgeling wil zijn, zegt Jezus tegen zijn leerlingen en dus ook tegen ons, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Voor ons (te) grote woorden die gemakkelijk tot misverstand leiden. Wat betekent dat kruis van het volgen?
Vaak heeft de kerk het ingevuld met `offer', met `zelfkwelling', met `ascese'. Maar jezelf verloochenen is niet jezelf kwellen.
Jezus' boodschap is er geen van zelfvernietiging, maar van bevrijding. Het kruis van u en mij heeft niets met zelfkwelling te maken. Het gaat niet om het lijden dat ons, vroeg of laat, overkomt. Voor iedereen dient zich vroeg of laat het kruis aan, in de vorm van verdriet of pijn, psychisch of lichamelijk. En het is juist dat vele christenen het lijden dat hen treft heel moedig dragen en dat het geloof daarbij een bron van kracht is. Zelf heb ik dat afgelopen week weer ervaren. `Door mijn geloof in God, die mij roept en gezonden heeft, ben ik die ik ben.' En wat het kruis betreft bedoelt Jezus niet het kruis dat wij elkaar aandoen, de lasten – laster - die wij iemand aan doen. Zonder zou de wereld er heel anders uitzien.
Jezus roept ons op God en zijn Rijk te zoeken en er te zijn voor de ander. Daarvoor moeten we het kruis van Jezus op onze schouders nemen: de liefde en barmhartigheid.
En dan opnieuw de vraag: wie zeggen de mensen dat ik ben?
Wat drijft ons? Waaruit willen wij leven?
Uiteindelijk gaat het er om niet dat wij leven naar het beeld en gelijkenis van God, die ons geschapen heeft en die ons aan elkaar, en al wat adem haalt en leeft, in de Schepping heeft toevertrouwt. Uiteindelijk gaat het erom dat we leven zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd. Als we kiezen voor die richting, als we ons laten leiden door de Gods Heilige Geest, zullen we het Rijk Gods dat onder ons is binnen gaan. En als uw nieuwe pastoor hoop ik u als één kudde te leidden op die weg. Amen.