“Wat ik jammer vind, is dat we geen Heilige Missen meer hebben hier”
Vrijdag morgen rond een uur of half elf loop ik binnen op het plein van het verzorgingscentrum. Ik zie enkele verzorgenden druk bezig en spreek een van hen aan met de mededeling dat ik kom voor een interview met Mevrouw de Hoog. “Oh, ze zit al te wachten” zegt ze, ”Ik breng je er wel even naar toe. Ze woont Op ’t Veld, dat is de tweede verdieping, volgt u mij, maar”. Bij haar kamer aangekomen bel ik aan en hoor ik vanuit de kamer roepen, “Ja, kom maar binnen”. Bij binnenkomst tref ik Nellie aan zittend in haar grote stoel.
Bij de kennismaking herkende ze mij meteen en wist dat ik voor het interview kwam. Al meteen, ik was nog geen twee minuten binnen, kwam dezelfde verzorgster die mij naar haar kamer geleid had binnen met een kop bouillon voor Nellie en vroeg mij of ik ook een kop warme bouillon wilde. Volgens Nellie was dat zeer aan te raden omdat die erg lekker was. Ik stemde daar mee in en kreeg ook een kop warme bouillon aangeboden. Na wat over koetjes en kalfjes gepraat te hebben stelde ik Nellie de vraag,
Nellie, hoelang woon je nu in het verzorgingshuis?
Wij zijn in Januari 2018 hier gekomen. Mijn broer Jo en ik hebben lang op de boerderij gewoond op het Rondveld. We hebben daar vader tot het einde van zijn leven verzorgt. Na zijn overlijden zijn Jo en ik naar het Anthoniuspark verhuist waar we altijd heel fijn gewoond hebben. Maar dat ging niet langer meer. Onze gezondheid liet het niet meer toe daar te wonen. We hebben er toen voor gekozen samen hiernaartoe te gaan. We zijn altijd blij geweest dat we deze beslissing toen genomen hebben. Sommige mensen stonden er van te kijken dat wij naar het bejaardenhuis vertrokken, maar als je van alles mankeert ben je blij dat je geholpen kunt worden, zegt Nellie.
Hoe bevalt het leven in het verzorgingshuis?
Ik moet zeggen dat ik het hier ontzettend goed naar mijn zin heb. Je wordt op je wenken bediend. De verzorging is goed, het eten is goed, nee ik heb geen klachten. Ik ben hier heel gelukkig.
Kun je de tijd goed doorkomen Nellie?
Ja, dat is geen probleem. Ik lees veel en ik bewaar alles wat ik lees in de krant over Sint Tunnis. Niet alleen wat ik in de krant lees maar ook andere dingen. Ook de Trots lees ik van voor tot achter. Ja, dat is een mooi blad. Als het over Sint Tunnis gaat dan bewaar ik het. Ik heb een hele verzameling knipsels. Ook van het Gilde krijg ik nog alles. Ik ben vanaf het begin lid geweest van het Gilde. Ik vind het Gilde prachtig, ik geniet daarvan. Ben pas nog op de Gilde dag geweest, dat vond ik geweldig. Ze noemden me de Gilde zuster Nelly. Nee ik verveel me nooit. Ik doe zoveel mogelijk zelf. En och ik ben optimistisch van aard, ik heb daar veel mee kunnen doen. Optimist tot in de kist zeg ik altijd maar.
Ik kan ook zo genieten van de vogels die hier voor mijn raam komen zitten. We hebben voor het raam een voederbakje gehangen. Mooi om te zien. Vogeltjes vliegen af en aan. Ja, heel mooi!
Ga je wel eens bij medebewoners op bezoek?
Ja zeker, wij zitten altijd met drieën apart van de anderen te ontbijten. De meesten ontbijten in de huiskamer en praten weinig. Wij willen graag buurten tijdens het ontbijt, vandaar dat we apart zitten. Voor corona had je vaak feestjes als er iemand jarig was. We kwamen dan beneden allemaal bij elkaar. We dronken dan samen koffie met gebak en we zongen samen. Ja, samen zingen was altijd heel mooi, maar dat kan nu niet meer. Wij werden allemaal door het personeel een voor een naar beneden gebracht en daarna allemaal weer een voor een naar boven, naar onze kamers. Dat werd te veel werk voor het personeel. Nu blijven we meer op onze afdeling. Er wordt wel eens wat georganiseerd zoals eenvoudige spelen en geheugenspelletjes.
Je was vroeger vaak actief met toneel spelen en zingen?
Ja zeker, bij de toneelgroep van de NCB en bij de Operette gezellen. Vaak samen met mijn broer Jo. Ja veel gedaan. Dat was altijd leuk. Ook mijn broer Jo was muzikaal, hij was 40 jaar bij de harmonie.
Hoe heb je de coronatijd ervaren, Nellie?
Heel moeilijk. Je kon niemand ontvangen. De verplegers waren allemaal in plastic verpakt. Je kon ze alleen aan de stem herkennen. Ze moesten altijd op een afstand blijven. Ze deden toch hun best er iets van te maken. Contacten met andere bewoners was ook niet mogelijk. Nee, dat was geen leuke tijd, maar het kon helaas niet anders. Wij hadden het geluk dat we met z’n tweeën waren, wij konden nog met elkaar praten. En we konden elkaar nog wat helpen. Die mensen die alleen op een kamer woonden konden met niemand praten, als af en toe met de verpleging. Ja dat was voor hen wel een zeer moeilijke tijd. In die tijd is ook mijn broer, die al aan Parkinson leed, uiteindelijk aan corona overleden. Ik vond het fijn dat ik, ook tijdens zijn laatste dagen, bij hem kon zijn. Daarvoor ben ik nog dankbaar.
Nellie, als jij iets kon veranderen hier, wat zou je dan willen veranderen?
Nou, eigenlijk niets. Sommige dingen zijn niet altijd leuk, maar het kan vaak niet anders. Het verplegend personeel doet zijn best het ons naar de zin te maken. Ja, wat ik jammer vind, is dat we geen Heilige Missen meer hebben hier. Veel mensen missen dat erg. We volgen de Heilige Missen nu op tv. Maar dat is toch minder vind ik.
Nou Nellie dat was alweer een heel verhaal. Ik hoop dat je hier nog lang kan genieten van de kleine dingen die het leven toch nog aangenaam maken. Nellie, heel hartelijk dank voor dit interview.
Gerard Jansen