Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Het hart van Franca Smit uit Sint Anthonis brak bij het zien van de beelden van de oorlog in het ontheemde Oekraïne “Ik dacht ‘oh, mijn God, ik móet iets doen’.” Op maandagavond 7 maart gaf ze de vluchtelingen Lena, Anastasia en Vlad uit Odessa een warm thuis in haar woning. “Ze zijn bang geweest, maar komen nu op adem.”
In de lentezon is Franca (74), samen met Lena (45) en Anastasia (18) in de tuin aan het werk. “Ze houden allebei van de natuur”, zegt Franca. “Vlad, de zoon van Lena, zit nog veel op zijn kamer met de laptop. Maar ook hij komt langzaam los. Ik probeer ook Vlad naar buiten te krijgen. Frisse lucht doet hen goed na zoveel stress.”
Franca: “Tegen mijn kinderen zei ik een tijdje geleden al dat als er écht oorlog komt, ik graag mensen in huis wil nemen. Het doet mij veel verdriet dat gewone mensen, nota bene Europeanen, net als wij, zoveel verschrikkingen mee moeten maken. Een week geleden zijn mijn dochter Dieneke en haar man Durk daarom met de auto vertrokken. Na een overnachting in een hotel in Polen stelde de hotelier voor om naar een treinstation te gaan. Daar zijn ze met een bord ‘Who wants to go to Holland’ gaan staan. Lena en haar twee kinderen durfden de stap aan. Ze hadden er een lange reis vanuit Odessa opzitten en hadden elk slechts een plastic tas met spullen bij zich.”
‘Wat komt er op ons af?’
Op weg naar Nederland was het wennen. Hun man en vader was achtergebleven omdat hij zich paraat moest houden voor het leger. Franca begrijpt de emoties en twijfel die ze moeten hebben gehad. “Zomaar bij wildvreemden in de auto. Naar wie, naar wat? Ze waren stil”, zegt Franca. “Ze vroegen zich af hoe ver het is. En wat komt er op ons af? Een kennis van me is afkomstig uit Oekraïne. Die heb ik met hen telefonisch in contact gebracht. Dat hielp enorm. Het gaf hen vertrouwen.”
Bij Franca thuis moesten de gasten wennen. “Het verdriet zat vanbinnen. Stil verdriet. Ze waren moe en aten de eerste dagen weinig. Mijn zelfgemaakte borsjtsj, Oekraïens voor bietensoep, aten ze weifelend op. Maar ik zei: ‘doe maar gewoon alsof je thuis bent. Daar staat de koelkast en als je iets wilt koken, ga je gang’. We zijn nu vijf dagen verder en inmiddels eten ze veel. Ze koken ook zelf. Moeder Lena vindt het leuk om in huis van alles te doen en dochter Anastasia geniet van de kleuren van de bloemen en planten.”
Samen rummikubben
Met een vertaalapp op haar mobiel bij de hand, neemt Franca de gasten bij de hand. Met stickers als ‘koelkast’ en ‘tafel’ door het huis heen opgeplakt, maakt ze hen wegwijs. De eerste woordjes Nederlands worden automatisch opgepikt. “We kunnen al samen rummikubben. Ik heb ze Sint Tunnis laten zien. Het centrum vonden ze wel wat klein vergeleken met dat van Odessa. Ze zijn positief en zijn nu iets meer op hun gemak. Al zijn hun gedachten nog vaak in Oekraïne. Samen met Lena keek ik laatst naar het bombardement van het ziekenhuis. Dat gaat aan het hart.”
Ze bellen en appen iedere dag met papa, familie en vrienden, zegt Franca die erg begaan is. “Ik wil nog proberen ze te laten fietsen. Oh, er is nog zoveel wat ik uit moet zoeken. Hoe het zit met verzekeringen en wat kunnen wij en zij van de overheid verwachten. Maar ik zie dat allemaal wel. Komt goed. Hoe lang ik hen onderdak wil bieden? Al is het zes maanden of meer, maakt me niet uit. Ik hoop dat velen dit over de streep trekt om ook hun huis open te stellen.”
Droom
Anastasia schuift aan. Ze vertelt ingetogen maar welbewust hoe ze de bewogen dagen heeft beleefd. “Odessa was omringd met militairen en oorlogsschepen. We waren bang. Ik hoop dat Oekraïne snel vrij wordt. Maar we zijn hier heel blij. Franca zorgt supergoed voor ons. Ja, ze is een soort tweede moeder. We proberen het leven op te pakken. Ik geef elke dag digitaal les aan kinderen in Oekraïne. Misschien mag ik gaan helpen, ergens in Nederland. Werken met kinderen is mijn droom”, zegt Anastasia. Een voorzichtige glimlach verschijnt op haar gezicht.