Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Noud van Lankveld ‘schoot zich’ in juni tot Koning van het Sint Antoniusgilde. Hij geniet van deze titel, maar vooral van het plezier en alles wat ze samen doen als vereniging. “In 2026 organiseren we in Sint Tunnis de regionale gildedag, dat wordt een geweldig feest.”
Op Sacramentsdag 22 juni deden negen leden van het gilde mee aan het jaarlijkse koningsschieten op de Brink. Om en om legden ze aan. Kruisboog op de schouder, achterover hellen, richten en schieten. Doel is de ‘vogel’ die 12 meter boven hun hoofden aan een paal is bevestigd, eraf te schieten. “Je hoort steeds ‘tok…tok...tok’ als je in het begin met de kruisboog schiet. Het klinkt hol. De pijl raakt de vogel hard, maar die breekt niet zomaar, want hij is van verstevigd gips”, zegt Noud (73). Pas bij het 149e schot in ronde 15 raakte hij het laatste stukje. De vogel viel naar beneden. Samen met zijn vrouw Riky mag hij zich een jaar lang koning en koningin noemen van het gilde.
Geluk en oefenen
“Er komt ook veel toeval bij kijken”, zegt Noud bescheiden. “Je moet geluk hebben dat jij aan de beurt bent op het goede moment. Al is schieten ook wel een vaardigheid hoor. Concentratie, oefenen, goed luisteren naar tips van anderen, dat is écht allemaal nodig.”
Bij de gedreven verenigingsman zat de iefde voor schieten er al vroeg in. “Bij ons thuis schoten we met de windbuks op mussen en soms ook voor de grap wel eens ‘de was bij de buren van de draad’, haha.“ In de winterperiode doen de gildebroeders en gildezusters – van de dertig leden zijn er vijf vrouw – mee aan de dorpencompetitie van het kruisboogvlakschieten. Dan proberen ze zoveel mogelijk punten te halen met hun pijlen. In de zomer binden de schutters buiten de strijd aan met andere gildes en gaat het erom de ‘wip’ van een paal te schieten. Noud vindt dit laatste het leukst. “Die kruisboog is minder zwaar, ik word ook een dagje ouder. Snap je.”
Volgend jaar is het Sint Antoniusgilde aan de beurt om de grote gildedag te organiseren. “Dat is werkelijk fantastisch. We bestaan in 2026 twintig jaar sinds de heroprichting en precies 100 jaar geleden was deze dag voor het laatst in Sint Tunnis. Hoe super is het dus dat we dit nu mogen organiseren. Er komen ruim 500 gildeleden op af uit de hele regio. Er is een optocht, volop competitie en muziek. Het is één groot feest. En als dan alle vendelzwaaiers op de tafels staan met hun vlaggen op het lied ‘Brabant’ van Guus Meeuwis, dan krijg ik kippenvel. Heerlijk”, zegt Noud met glimmende ogen. “We zoeken trouwens nog wel vrijwilligers om ons te helpen.”
Flink ouwehoeren
‘De Sint Tunnisse gild’ zoekt ook nieuwe leden. Zeker jongeren zijn extra welkom, want veel leden zijn wat ouder. Zijn het de wat ‘ridderlijk’ aandoende pakken die een drempel zijn voor sommigen om lid te worden? “Het zou kunnen”, zegt Noud. “Maar de gildetradities zijn ook heel mooi: de kleding, het zilver dat een belangrijke rol speelt bij onderscheidingen, de gebruiken door het jaar heen. Vergis je niet: achter die kleurrijke nette pakken gaat een groep gruwelijk gezellige mannen en vrouwen schuil. Elke donderdag hebben we onze oefenavond, op het terrein bij de scouting. Dan is er ook veel gezelligheid. Met altijd wel een biertje erbij. Flink ouwehoeren en kletsen. Je hoort nog eens wat daar. We hebben veel schik. En, wat ook belangrijk is. We hebben gewone kleren aan hoor, die pakken dragen we maar een paar keer per jaar.”
De koningstitel is voor Noud en zijn vrouw Riky geen zware last. “Het gaat om een paar verplichtingen, dat valt mee. Och, het is mooi als mensen me aanspreken als ‘koning’, zoals laatst toen ik in de voortuin bezig was. Maar ik ben ook bestuurslid, dan ben je bijna dagelijks met de club bezig. Vind ik minstens zo waardevol. Ik doe het graag, want het is leuk om voor én met mensen bezig te zijn.”
Ken jij ook iemand die in deze rubriek Minse zijn of haar persoonlijke verhaal eventueel zou willen of kunnen vertellen? Tip ons: .