Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Op de mountainbike zwetend langs het strand fietsen in Zuid-Korea? Spellen doen en nieuwe dingen ontdekken samen met scouts uit Afrika of Australië? Voor Stef Váhl wordt het werkelijkheid. “Ik heb er enorm veel zin in.”
Elke vier jaar wordt er een World Scout Jamboree georganiseerd, het grootste internationale scoutingskamp ter wereld. In augustus is Zuid-Korea de gastheer op een groot natuurterrein aan zee. Wel 50.000 scouts uit alle hoeken van de aardbol trekken er samen twee weken met elkaar op. Zo’n 1.250 zijn afkomstig uit Nederland. “Vanuit onze regio nemen we met één zogenoemde ‘troep’ deel”, zegt Stef Váhl (16). “Dat is een groep van 36 scouts van 13 tot 17 jaar. Ik ben de enige uit Sint Tunnis. Erg speciaal. Het wordt een geweldig avontuur. Zuid-Korea is een mooi land en dan al die verschillende culturen en mensen.”
Stef woont op een steenworp van het scoutingterrein van Sint Patrick. Sinds zijn vijfde is-ie lid van de Sint Tunnisse scoutingclub en hij is er bijna elke week actief. “Ik vond het er vanaf het begin leuk. De gezelligheid, samen met leeftijdsgenoten spellen doen. Als jonkie is het nog veel spelenderwijs. Zoals verstoppertje, levend stratego in het bos spelen en zo. Bij de scouting zijn veel activiteiten buiten. Dat is heerlijk. Buiten ben je gewoon actiever, je krijgt er energie van.”
Veel leren
“We worden ook uitgedaagd”, geeft Stef aan. “Je leert er veel. Bijvoorbeeld verschillende knopen leggen, die je kunt gebruiken bij het plaatsen van palen en opzetten van tenten. Maar ook leer je hoe je vuur moet maken in de openlucht en kaart en kompas lezen. Hoe ouder de groepen, hoe complexer de spellen en vaardigheden zijn. Samenwerken met anderen is een vanzelfsprekendheid. En dat gaat eigenlijk altijd goed, want op de één of andere manier is de connectie met andere jongens en meisjes die op scouting zitten bijna altijd oké. Ik heb er veel vrienden gekregen.”
De jamboree is niet zomaar een scoutingvakantie. Stef heeft enkele weken geleden zijn derde voorbereidingskamp gehad. “Het is belangrijk dat je elkaar goed leert kennen. We krijgen niet alleen informatie over de trip zelf, maar we leren ook over de Zuid-Koreaanse gebruiken, de taal, het klimaat, het eten. En ga zo maar door. Omgaan met andere culturen, normen en waarden is iets waar veel aandacht aan wordt besteed. Dat trekt me.” Het wordt peentjes zweten, weet Stef: “Het is daar warm en vochtig. We krijgen ook het advies veel te drinken.
Best spannend
Hij vindt het best een beetje spannend. “Ja, ik ga toch behoorlijk uit m’n comfortzone. Naar het buitenland, ver weg zonder ouders. Dat is voor mij de eerste keer. Maar ik heb er alle vertrouwen in. Bij de voorbereidingskampen wordt veel aandacht besteed aan het goed op elkaar letten, veiligheid en prettig met elkaar omgaan. Scouts onder elkaar hebben bijna altijd een klik.”
Voordat de echte jamboree begint, is Stef samen met zijn troep een extra week in Zuid-Korea. “We leren dan het land kennen. Gaan veel dingen zien zoals tempels en andere trekpleisters. We worden ondergedompeld in de cultuur van het land. Als onderdeel daarvan wonen we een etmaal, samen met een paar andere scouts, bij een gezin in. En doen we alles met hen mee.“ Hoe de jamboree in het Aziatische land eruit gaat zien is een verrassing. “Van mountainbiken tot raften en van samen koken tot spellen in de prachtige natuur daar, alles is mogelijk, heb ik begrepen. Ik hoop er veel ervaringen op te doen. Zóveel jongens en meiden uit allerlei landen, met allemaal hun eigen kleuren, eten, kleding en gebruiken. Lijkt me heerlijk om dat te beleven. Om niks te vergeten ga ik veel foto’s maken en een dagboek bijhouden. Ja, misschien ook wel een blog. Lijkt me prachtig om bij thuiskomst veel over te gaan vertellen. Ook bij onze eigen scouting in Sint Tunnis.”