Publicatie trots sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Wekelijks masseert een groepje vrijwilligers de handen van bewoners van zorgcentrum Op ’t Hoogveld. Eén van hen is Ellen van den Berg. “Ik beleef plezier aan het contact en de gesprekken.”
Samen met Ton van Katwijk, Elly Straatman en Marja van Gend is Ellen van den Berg een vertrouwd gezicht bij de bewoners. Op een ochtend masseren ze elk twee mensen. “Kijk”, zegt Ellen, met wie Trots Sint Tunnis op pad is, “we houden in een schriftje bij wie we wanneer behandeld hebben. Dat is gemakkelijk. In 2018 ben ik begonnen met de handmassage. Waarom? Ik houd gewoon van ouderen, het is dankbaar werk.”
Met een kussen onder haar arm en massageolie in de tas loopt ze naar de gezamenlijke verblijfsruimte van afdeling D’n Akker. Het is het gesloten gedeelte van het verzorgingshuis waar overwegend mensen met dementie wonen. “Ha Leo”, groet Ellen enthousiast. “Zal ik je handen masseren?” Leo Peeters kijkt op en zegt: “Wat ga je doen dan?” Als Ellen het uitgelegd heeft, staat hij op en loopt - vrolijk een liedje zingend - met de rollator naar zijn eigen kamer. “Het is daar rustig en vertrouwd”, weet Ellen.
‘Ontspan maar effe’
Ellen legt het kussen tussen hen in en bedekt het met een handdoek. Ze helpt Leo de mouwen omhoog te doen. “Ontspan maar effe”, zegt Ellen nadat ze een paar warme, vochtige washandjes op de hand en onderarm heeft gelegd om de spieren op te warmen. Ze begint met langzame bewegingen de onderarm te masseren en daarna met draaiende bewegingen de vingers, kootje voor kootje. “Dadelijk schroef je ze er nog af”, grapt Leo die zichtbaar geniet van de aandacht. “Wij hebben vroeger allebei bij het oude bejaardentehuis gewerkt. Jij was een harde werker, weet je nog?”, vraagt Ellen. “Nou hoef ik niet meer te werken”, reageert Leo. Ze laat haar handen over de handpalmen gaan. Ondertussen praten ze vrolijk door, vooral over vervlogen tijden. Ellen buigt voorover en maakt de armen schoon en droog. “We zijn bijna klaar. Nou zijn je handen weer lekker zacht.” Leo vraagt zich af wat het kost. “Ik heb maar twintig cent bij me.” Ellen stelt hem gerust en vertrouwt hem toe dat het ‘gratis en voor niks’ is. Ze begeleidt hem weer naar de gezamenlijke woonkamer. “Tot de volgende keer, hè.” Leo glimlacht en is alweer in gesprek met een tafelgenoot.
Even verderop is Gerrit Jans op zijn kamer met een zwager een klein technisch lego-werkje aan het maken, als Ellen binnenkomt. Hij wrijft enthousiast in zijn handen. “Ik vind het altijd fijn die massage. Wordt het weer soepel van. En we kunnen dan ook gezellig samen buurten.” Op de achtergrond klinkt Tiroler muziek uit de boxen. “Van deze muziek krijg ik zin om te dansen Gerrit”, merkt Ellen op. “Ja, dansen, dat heb ik vroeger veel gedaan”, weet Gerrit nog. “Was altijd leuk, ja.”
Lekker warm
Ellen masseert om beurten beide handen en onderarmen. Gerrit straalt. Hij vindt het heerlijk en altijd lekker warm. “Wil je je elleboog een beetje buigen?”, vraagt Ellen. “Je kunt het hebben zoals je wilt”, zegt Gerrit opgewekt, terwijl hij zijn arm meteen meebeweegt. Gerrit is blij met het ijverige handenwerk. Er worden herinneringen opgehaald aan de tijd dat Gerrit postbode was. Aan zijn gezichtsuitdrukking is te zien dat hij dat prettig vindt. “Klopt, dat heb ik 40 jaar gedaan. Ik deed alles het liefste op de fiets. In de auto post rondbrengen vond ik maar niks. Die auto schudde steeds heen en weer. Maar ja, het is allemaal lang geleden. Ik weet het niet meer zo precies.”
Ellen heeft haar werk afgerond. “Kom, ik zal ou efkes helpen mit ouwe lozie umdoen”, zegt ze in het Sint Tunnisse dialect. Gerrit doet zelf de manchetten van zijn mouwen dicht. “Kom maar snel terug”, zegt-ie als de massagetas wordt ingepakt. “Zal ik zeker doen”, verzekert Ellen. “Houdoe, wâ Gerrit”. Hij lacht en zwaait het bezoek uit. Ellen loopt tevreden naar de uitgang. “Dit is zó fijn om te doen. Als zij genieten, geniet ik ook.”