Wie zijn wij? Is een serie waarin de Dorpsverbinder dorpsbewoners interviewen. Lees hier het verhaal van 2 bijzondere mensen, die op de fiets naar Sint Tunnus komen.
“Contact met goeie en lieve mensen, maken ons leven makkelijker, zie ons niet als vluchteling, maar als mens”
We zijn in gesprek met 2 bijzondere mensen
Elham Baladi en Parmida Baladi. Ze willen graag hun verhaal met ons delen. Het is woensdag 21 april 2021. We zitten aan de picknick tafel voor de kerk. Het is een gezellig gesprek.
Willen jullie iets vertellen over jezelf?
Elham: “Ik ben 47 jaar, en moeder van een dochter Parmida 24 jaar en zoon Faraz van 18 jaar” Faraz is nu op school. (ROC in Boxmeer), zegt Elham. “We wonen met zijn 3 tjes, in het AZC in Overloon, en zijn 3 jaar in Nederland”
Hoe omschrijven jullie het wonen, in het AZC?
Elham: “We wonen er met ongeveer 500 mensen. Het is er altijd druk, veel lawaai/geluid. Het is er nooit rustig. We delen met 4 families, de douche en wc. We leven op onszelf en hebben geen contact met de andere bewoners. Er is 1 gemeenschappelijke ruimte, waar iedereen kan koken. Ik kijk door het raam en als er niemand is, dan ga ik gauw naar binnen, om te koken”
Parmida: “We hebben een kleine kamer met een stapelbed, kast en koelkast, waar we met zijn drieën slapen” Op mijn vraag: hebben jullie ruimte voor privacy? Geven beide lachend, volmondig een nee als reactie. “Ik sta om 05.00 uur op en doe dan mijn yogaoefeningen. Ik heb anders geen ruimte, voor mijzelf, zo klein is het. Maar dat is niet erg hoor. We zijn zo blij dat we hier mogen zijn, we hebben een dak boven ons hoofd”
Vluchten wat heeft dit voor jullie betekend?
“We hebben door politieke problemen ons land, Iran, moeten verlaten. We hadden geen andere keus, dan vluchten. We waren nergens veilig, we zaten opgesloten in ons huis, zelfs daar, was het niet veilig voor ons. Ineens moesten we weg, zonder afscheid te nemen, spullen pakken en gaan…… Mijn vader had het voor ons geregeld. We zijn via Italië naar Nederland gekomen”
Hoe was dat voor jullie?
Elham: “Alles achter moeten laten wat je lief is, je moeder, man, familie, je cultuur, dat was heel moeilijk. Mijn moeder, is 72, ze heeft een hersenbloeding gehad, is gedeeltelijk verlamd en kan niet meer praten. Het contact nu, gaat via mijn zus, dat is heel moeilijk voor mij”
Parmida: “We waren nergens veilig. Hoe kunnen we andere mensen helpen, als we zelf niet veilig zijn? Zelf veilig blijven, dat was onze overweging/overleving. We konden niemand meer vertrouwen. Ik mis mijn vader, ik mis alles……….maar ik heb ook geleerd dat ik niet moet kijken, naar: wat ik niet meer heb, ik kijk naar, wat ik heb nu. En met dankbaar zijn, dan kan ik altijd iets meer bereiken….! Alle ervaringen hebben een prijs. Ik probeer in het moment te leven, niet meer in de verleden tijd”
Jullie kwamen in Nederland aan, hoe is dat verlopen?
“We kwamen in Ter Apel aan, daar zijn we 3 dagen geweest, daarna 11 dagen in Budel om vervolgens naar Overloon te gaan”
Elham:” Dat was vreselijk moeilijk, in Iran konden we niemand vertrouwen, het vertrouwen in de mensen was weg, dat gevoel hadden we hier ook, toen we aankwamen”
Parmida: “Er was veel angst en stress bij ons, in de eerste maand leefden we in shock. En we hadden veel vragen, leven als vluchteling, hoe doen wij dat, hoe moet dat, leven als vluchteling? We begrepen de taal niet, vertrouwen hebben in de mensen hadden we toen nog niet. Het niet veilig voelen, kwam hier ook terug”
“We moesten erg wennen aan al het nieuwe, andere cultuur, allemaal vreemde mensen om ons heen, we hadden alleen elkaar” En ik was als moeder erg bezorgd over mijn kinderen, zegt Elham.
Met welke werkzaamheden of studie waren jullie bezig in Iran?
Elham: “ik was taxichauffeur en gaf zwemles”
Parmida: “ik heb industriële techniek gestudeerd, maar kon dit helaas niet afmaken, omdat we moesten vluchten. Daarnaast was ik parttime werkzaam als docent Engels voor kinderen. Toen ik in Nederland kwam, mocht ik niet meer naar school, ik was niet meer leerplichtig, dat vond ik erg. Mijn broer wel”
Hoe vullen jullie je dagen?
“Niks te kunnen doen, vinden we heel vervelend. ”Ze vertellen dat ze niet mogen werken, dat ze moeten afwachten wat de IND voor hun besluit. 5 maanden geleden hebben ze een gesprek gehad. Daarna niks meer gehoord, hoe het verder loopt, weten ze niet”
Ze vertellen dat ze gelukkig hele lieve mensen hebben ontmoet (vrijwilligers), Bij het vrouwencentrum Eva in Venray hebben ze de Nederlandse taal geleerd. Parmida: ”ik ben sportief, tennis, en ik ben heel blij met mijn Nederlandse vriendin. Ik ben veel met zelfstudie bezig, daar krijg ik geen diploma voor, maar ik leer er veel van en ben bezig”
Ze geven aan, niks met de mensen, in het AZC te hebben. Ze hebben meer contacten buiten het AZC, en willen vaardigheden leren, die ze hier nodig hebben. Elham, vertelt dat ze pas een lekkere appeltaart heeft gebakken. Niet mogen werken en niks kunnen doen, dan alleen maar wachten, is niet prettig. “Wij willen ons nuttig maken, voor Nederland, de mensen hier, we willen zo graag vrijwilligerswerk doen”
Elham: “In de ochtend ben ik op de kamer bezig, wat schoonmaken e.d. Ik fiets heel veel, buiten zijn vind ik erg lekker. Fietsen was moeilijk om te leren. Ik ben vaak gevallen en had kapotte knieën. Ik doe de boodschappen in Boxmeer of Venray, en ben lang bezig in de winkel, om goedkope dingen uit te zoeken” Parmida vult aan: “als wij bijvoorbeeld kleren nodig hebben, eten we gewoon minder” Jac de Cok is het zonnetje voor hun, daar hij ze vaak mee op stap neemt, de tuin in. We leren heel veel van hem, soms is het moeilijk alles te onthouden, zegt Elham lachend.
Hoe is het om hier te zijn?
Elham: “Ik heb soms heimwee en voel mij alleen. Ik moet soms moeilijke beslissingen nemen en kan niks overleggen, dan mis ik het advies, van mijn man. Ik mis mijn moeder en mijn zus. Ik moet geduldig blijven en dat is niet altijd makkelijk. Maar zegt ze met een zucht, we hebben een dak boven ons hoofd. En Parmida heeft een Nederlandse vriendin, daar ben ik erg blij mee. Het zijn zulke lieven mensen. En zegt ze kijkend naar Parmida, wij hebben samen een goede band”
Tijdens het interview, hadden we een leuke ervaring
Het was 12.00 uur de kerkklokken luiden. Elham keek direct op en vroeg: “zit daar iemand achter?” Daarbij maakt ze een slingerende beweging met haar armen alsof er iemand aan het draaien is. Luiden die ’s nachts ook? Dat antwoord moest ik haar schuldig blijven, ik ben een goede slaper.
Wat zijn de verschillen met Nederland en Iran, kunnen jullie daar iets over vertellen?
“De regen, de vrijheid en de mentaliteit. Veilig zijn, veilig voelen. Vrouwen hebben hier veel meer rechten, ze zijn vrij. Je mag hier je eigen mening geven” De voorbereidingen voor het eten, is hier veel korter dan in Iran, daar zijn we veel langer met het eten bezig, zegt Elham.
Wat is jullie droom?
“Vrijheid in denken. Dat we hier mogen blijven. Dat we niet afhankelijk zijn en voor onszelf mogen en kunnen zorgen. Studeren, werken en nodig zijn voor Nederland” Elham vult aan: “een droom voor mezelf heb ik niet, wel voor mijn kinderen, dat ze een goed leven krijgen en gezond blijven”
Coronatijd wat betekend dat voor jullie?
“er was een besmetting op het AZC, toen moesten we ergens anders heen, dat was zo fijn, het was daar rustig en stil” Beide geven aan bang te zijn om corona te krijgen. We houden ons aan de maatregelen”
Wat is je levensmotto/quote
“Slecht en goed gaat altijd samen, blijf altijd het positieve zien”
Contact met goeie mensen, lieve mensen, maken ons leven makkelijker, zie ons niet als vluchteling, maar als mens.
Met bovenstaande zin sluit Parmida krachtig het interview af.
Dank je wel Elham en Parmida wat stralen jullie een kracht uit, jullie zijn lieve positieve mensen. Ik hoop dat jullie vrijwilliger kunnen worden, zoals jullie zelf zeggen: "we willen ons nuttig maken".