Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Ronald Korsten
Met m’n hogedrukreiniger loop ik de reparatiewerkplaats binnen bij Oelbroeck. In plaats van dat het water uit het mondstuk kwam, liep dat er vóór het handvat al uit. En dat schiet natuurlijk niet op. Een nieuwe kopen is natuurlijk jammer, want voor de rest doet-ie het goed. Iedere twee weken kan je op zaterdag bij Oelbroeck terecht voor reparatie van apparatuur én van kleding.
Het is een gezellige drukte wanneer ik binnenloop. Mieke en Bart Teurlings hebben een lamp gebracht voor reparatie en Mieke is meteen even aangeschoven bij Mia Manders en Fien Jacobs, die beiden als vrijwilliger actief zijn voor de reparatiewerkplaats. Ze zijn met naaiwerk bezig en Mieke biedt aan om hierin even te assisteren. Mia blijkt meer dan 15 jaar naailes gehad te hebben en Fien heeft de modevakschool gedaan. Intussen komt Eline Vijverstra binnenlopen: “Ik heb twee broeken die te lang zijn, kunnen jullie die korter maken?” “Natuurlijk”, klinkt het eensgezind van achter de naaimachines. Even later staat Eline op een tafel en wordt een zoom afgespeld.
Riny Weerts is namens het Hobbycentrum verantwoordelijk voor de organisatie. “We zorgen ervoor dat we met genoeg mensen aanwezig zijn. De achterliggende gedachte is natuurlijk duurzaamheid, maar het is ook gewoon gezellig werken met elkaar. Wist je dat we ook reparaties en klusjes bij mensen thuis doen? ” Er is net een vraag binnengekomen om gordijnrails op te hangen. Maar ook een schilderijtje ophangen of even een radiator afkoppelen blijkt binnen de mogelijkheden te liggen. “Ik wil overigens graag vermelden dat de Dorpshop en Houthandel Ledeacker ons tegemoetkomen bij de aanschaf van benodigde materialen. Daarnaast hebben we liefst € 1500,- gekregen van de Rabobank voor de aanschaf van reparatieapparatuur. Dat is toch geweldig?”
“Dat pokkeding wil niet dicht”, plots klinkt er wat frustratie bij het weer dichtmaken van een Senseoapparaat. Ik zie even later dat het toch gelukt is en het apparaat staat weer keurig koffie te zetten. Intussen staan ze met drie man bij mijn hogedrukspuit te kijken. Het schijnt nog niet zo gemakkelijk te zijn.
“Ik heb een schoen waar de zool los van is.” Jip Kappers komt binnenlopen: “Kunnen jullie daar iets mee? Het is toch zonde om die weg te gooien.” Verie kijkt de schoen even na en reageert gevat: “Ik heet wel Schoenmakers, maar hiervoor moet je toch even naar een echte schoenmaker.”
En met mijn hogedrukspuit lijkt het ook goed te komen. “Kom over twee weken even terug, Ik heb thuis wel een ringetje liggen dat daar in moet.”