Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Het roemruchte café ’t Hert gaat binnenkort tegen de vlakte. Hoog tijd om nog even te ruiken aan de geur van vroeger. “De bladen bier vlogen door de lucht. Alles kon.”
Ze staan gebroederlijk naast elkaar op de stoep bij café ‘t Hert. Op de gevel een bord waarop te lezen is dat er woningen en appartementen gebouwd gaan worden. Oud-kastelein Hans van den Eertwegh (73) en de voormalige DJ’s Henri Pennings (63) en Christan van Gelder (63) turen door een raam naar binnen. De tap is eruit gebroken, de herinneringen zijn gebleven. De toevallig passerende Wiel van Loosbroek, die ooit in dit pand opgroeide, stopt even. “Och man, ik weet nog dat ik vanuit de bovenkamer door een gat zo op het biljart kon kijken”, zegt Wiel.
Bier in jukebox
Hans van den Eertwegh nam in 1977 ’t Hert over van Paul en Jan Arts. Volgens Hans veranderde ’t Hert snel van een praatcafé in een feestkroeg. “Mijn broer had in die tijd al singletjes met populaire Amerikaanse muziek voor in de jukebox. Daarin liepen we voor op andere horeca. Al gauw werd het drukker. Van 200 bezoekers naar 400. En dat de bodem van de jukebox soms droog gemaakt moest worden van doorgesijpeld bier, daar maalde niemand om.”
’t Hert verzorgde tussendoor nog wel wat nevenactiviteiten –bijvoorbeeld thee zetten voor DSV– maar de uitgaansavonden werden steeds belangrijker.
Christan kan zich nog goed de opkomst van ’t Hert als ‘place to be’ herinneren. “Als tiener ging ik eerst altijd naar dancing Bos of de Sunshine Corner. Maar al snel was ’t Hert onze plek en hoefden we voor de meiden niet meer ergens anders naartoe. Ze kwamen naar ons.”
́t Hert profiteerde mee van de populariteit van Sint Tunnis als uitgaansdorp. “In het weekend liepen er enkele duizenden jongeren rond”, weet Christan. “Vanaf het begin gooide ik het café ook open met Kerst en Oudjaar. Dat was toen nog ongebruikelijk. De pastoor belde me een keer over herrie tijdens Kerst”, zegt Hans met pretogen. “Was niet zo’n probleem, volgens mij snapte hij het wel.”
Steeds meer schik
Vanaf begin jaren tachtig zorgden Henri en Christan als DJ’s om beurten voor muziek. Henri weet nog precies hoe hij de avonden opbouwde. “We hadden dezelfde leeftijd als de bezoekers, dus we wisten wat ze mooi vonden. Dat draaiden we. Later op de avond kregen de bezoekers door de drank steeds meer schik. Met ‘Twee emmertjes water halen’ van de Veulpoepers bijvoorbeeld kregen we de sfeer er super in.”
“Tot op de dag van vandaag kom ik dorpsgenoten tegen die nog precies weten welke plaat ze aanvroegen”, vult Christan aan. “Thomas Vloet, bijvoorbeeld. Die roept als ik hem tegenkom nog altijd: ‘F33’, verwijzend naar het vakje waarin we de platen achter ons hadden geordend. En dan zeg ik: ‘F33, Drivers Seat, Sniff ‘n’ the tears’. Mooi man.”
In het café kwam een bont gezelschap, weet Hans. “Dorpse mensen, studenten, geëmancipeerde dames, feestneuzen, van alles. Maakte me ook niks uit, wie er kwam. Ik deed gewoon met iedereen mee. Als het moest stond ik te dansen op de vloer met carnaval. En als een bandje vroeg of het goed was of ze over de tap mochten lopen, zei ik: ‘doe mar jongen, ik vien alles goed’.”
“Klopt”, beaamt Henri. “Ook de livebands voelden dat aan. Met ‘Keessie en the Seltens of swing’ of ‘De Drie Tieten’, ging de tent op z’n kop, haha.”
Nieuw bruin café
Een paar foto’s van vroeger worden erbij gehaald. Doet het geen pijn dat ’t Hert binnenkort gesloopt wordt? “Ja, natuurlijk”, zegt Christan. “Beetje wel, al is het café de laatste jaren dicht en is het al een zachte dood gestorven.”
Alledrie zien ze het project Bruisende Brink wel zitten. “Kijk, die oude tijden komen niet meer terug. Maar als je eens begint met een bruin café aan het plein, dat speciaalbiertjes schenkt en warmte uitstraalt. Verder zijn terrasjes vóór het oude gemeentehuis een must. Dan wordt het pas gezellig.”
Hoe dan ook, bij Hans, Christan en Henri zit ’t Hert in het hart. “We zitten te broeden op een talkshow en een reünie, voordat het plat gaat.”