Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Hij is partner, vader, lasser, brandweerman, vrijwilliger, thuisklusser, caféhulp, feestneus én jubileumprins van carnavalsvereniging D’n Uutloat. Maar wie is Teun van Tilborg eigenlijk?
In maart al kreeg Teun van Tilborg (35) telefoon van de prinsencommissie. “Ik hoefde er niet lang over na te denken. Ooit was ik de eerste jeugdprins. En dan nu gevraagd worden om de prins te zijn in het jaar dat de carnavalsvereniging 66 jaar bestaat. Ja, dat is helemaal geweldig. Net als een feestje vieren, zit ook carnaval in mijn bloed. Dat geldt ook voor mijn vriendin Ester. Haar ouders waren ooit het prinsenpaar in Langenboom. En in onze familie was ome Thijs prins en mijn ouders zijn boerenbruidspaar geweest. Carnaval is een heerlijk feest, iedereen is gelijk en het is lekker samen schik maken. Mooier kun je het niet hebben.”
Prinses Ester – “ik viel op haar ondeugende blik” – is tijdens het gesprek aan het werk. De kinderen zijn wel thuis. Cas (1) ligt op bed en Lynn (7) en Tjeu (5) kijken televisie. “Zie je, onze Lynn heeft een prinsessenkroontje op haar hoofd. Heeft ze al de hele dag op. Zo trots is ze. Mooi, hè!”
Nie wies
Van de periode waarin de dorpsgenoten aan het denken worden gezet wie de prins zou kunnen worden, genoot Teun. “Ik kreeg allerlei appjes. Maar ik speelde het spelletje mee en hield me van de domme, haha. ‘Gullie ziet nie wies’, zei ik dan.”
Hij kijkt met plezier terug op de eerste carnavalsactiviteiten. De receptie was supergezellig. In veel dorpen in de regio hebben ze op dit moment een jonge prins. Dat schept een band. Kijk, hier zijn we met z’n allen aan het zingen op het podium”, zegt Teun terwijl hij op zijn mobiel glunderend een filmpje laat zien.
Ook het ‘uitkomen’ als prins was speciaal. “Al die leuke reacties. Voor mij is het een grote eer om prins te zijn. Het doet me echt wat. En ome Thijs trouwens ook, die liet het als oud-prins ook niet onberoerd. Vind ik mooi. Ja, heel jammer dat pap het niet meer kan meemaken. “
Teun is een doorgewinterde carnavaller. Hij was jarenlang nar en als jongen knalde hij er samen met zijn vrienden tegenaan. “De portemonnee was dinsdag vaak al leeg. Maar
an bier drinken, feestvieren en ‘oogsten’ – Teun’s vakterm voor versieren – kregen we niet gauw genoeg. Ik houd sowieso van gezelligheid. Het is belangrijk dat een prins het hele jaar door in het dorp meedoet en zichtbaar is. Het doet me dan ook goed dat mensen na de eerste weken me complimenteren door te zeggen dat ik een prins van het volk ben. Tussen de mensen sta. Ben ik trots op. Ik geloof daarin. Je moet het samen doen. Niet voor niks is mijn lijfspreuk: Sint Tunnis leef! Laat leven! En ga beleven!”
Warm hart
Daarom draagt de prins het carnavalsinitiatief De Brouwplaats ook zo’n warm hart toe. “Zeker nu we in het dorp steeds minder horeca hebben, is het prachtig dat we daar samen kunnen carnavallen. Hebben ze toch maar mooi voor elkaar gekregen. Hoe prachtig zou het zijn als we de jongeren zover krijgen dat ze meerdere dagen in het eigen dorp carnaval blijven vieren. Dat is niet alleen goed om het dorp bruisend te houden, maar ook om dit volksfeest is ons dorp overeind te houden.”
Zijn vriendengroep heeft al aangegeven regelmatig van de partij te zijn. “Dat is top natuurlijk.
En ook petje af voor de carnavalsvereniging. Het is toch de enige club die niet voor eigen leden, maar uitsluitend feesten organiseert voor anderen. Met z’n allen meedoen is belangrijk. Ik zal de raad van elf dan ook zeker stimuleren om zich zoveel mogelijk in het feestgedruis te begeven.”
Na het gesprek moet Teun zich alweer klaar gaan maken voor de volgende activiteiten. “Vanavond gaan we naar Sint Agatha en Ledeacker. Of dat veel is? Nee, hoor ik geniet er elk keer weer van. En speechen en praten is voor mij geen probleem. Als ze iets zeggen, zeg ik gewoon iets terug, haha.