Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Een baan, een gezin, het leven op orde. Toch kunnen Frank en Mark Derks de lokroep van het leven als boer niet weerstaan en maken ze plannen om in het bedrijf van hun ouders te gaan. “Het is een hele uitdaging.”
Frank is met de blazer de vloer van de halfopen schuur aan het vegen. Hij ziet zijn bezoek pas op het laatste moment aankomen. “Ja, ik ben druk bezig”, zegt Frank. “Aanstaande vrijdag ga ik trouwen. We houden hier ons feest, dus de schuur maak ik alvast schoon.”
Mark (36) en Frank (34), beiden vader van twee kinderen, zijn opgegroeid op de boerderij van Jan en Maria Derks (De Esrand) aan de Zandkant. Frank is als ZZP-er veel op pad met zijn kraanloader en verreiker en zit in de houtbewerking. Mark is monteur landbouwmechanisatie. “We weten van jongs af aan wat het boerenwerk inhoudt. Toch kozen we allebei voor een ander vak. Ons werk doen we supergraag, maar het begon uiteindelijk te kriebelen. We zouden het heel jammer vinden als het bedrijf van ons pap en mam, de derde generatie boer hier, zou verdwijnen.”
Vrijheid
Het vrije leven als boer trekt. “De locatie is mooi en je bent veel in contact met het gezin. Je maakt je eigen keuzes en je hebt direct invloed op het bedrijfsresultaat. Bovendien realiseren we ons dat als het melkveebedrijf nú verdwijnt, de koeien ook echt nooit meer op deze plek terugkomen. De feeling voor het boerenwerk zijn we nooit kwijt geraakt. Want ook al werken we fulltime, we helpen nog vaak in onze vrije uren op de boerderij.”
Het gesprek vindt plaats in de zelfgebouwde overkapping. Wat ze ‘eiges’ kunnen, besteden ze niet uit. “Met uitzondering van het oogsten van de maïs, doen we al het loonwerk zelf. Inclusief onderhoud en reparatie. We hebben de machines en de vaardigheden daarvoor.”
Op dit moment bestaat het melkveebedrijf uit zestig koeien en jongvee. Groei zien ze niet zitten, modernisering wel. “Met zestig koeien alleen kunnen we straks geen twee gezinnen onderhouden. Toch willen we niet uitbreiden. Grotere stallen vergen veel investeringen. En dan zouden we ook aan onze 32 hectare akkerland niet genoeg hebben. Als we straks met ons tweeën het bedrijf runnen, hebben we geen personeel nodig. Daarmee houden we tijd over om het werk dat we nú doen op kleinere schaal voort te zetten. We spreiden dan ook de risico’s. En we hebben natuurlijk ook nog steeds de inkomsten van de boerderijcamping. Die zetten we straks voort. We vinden het belangrijk om mensen te laten zien hoe het échte boerenleven is. En dat dat anders is dan soms negatief wordt voorgespiegeld in de media.”
Kwaliteit voor kwantiteit
De gedreven broers zijn trots op de door pa Jan met zorg ontwikkelde foklijn van de koeien. “Het gaat niet altijd om aantallen, maar ook om de inhoud. Met de kwaliteit van de koeien zit het goed. Zoveel mogelijk laten we ze buiten ‘weien’. Waar nodig vullen we het voer op stal aan met versgemaaid gras. Dat komt de melk ten goede.” “Kijk”, zegt Mark. “Ik laat het je zien op deze app op mijn telefoon. Per drie dagen kun je de vet- en eiwitgehaltes teruglezen. Rekening houdend met prijzen en regels, proberen we zo steeds het maximale eruit te halen. Dat is de sport én het vak. We moeten mee met de tijd. Daar ligt voor ons de uitdaging. We zijn dan ook blij dat we sinds kort testbedrijf zijn voor landbouwmachineleverancier Lely. Met hun nieuwe 70%-emissiereducerende techniek voldoen we al aan de eisen van 2024.”
Moeder Maria schuift met enkele kleinkinderen aan. De kippen-schilderijen aan de wand zijn van haar hand. Even verderop rijdt Jan van het erf. Snel sluit hij nog wat kort met de jongens.
Frank en Mark lopen nog even rond de boerderij. Ze hopen dit jaar nog duidelijk te hebben hoe ze in het bedrijf aan de slag gaan. “Het idee is om eerst een paar jaar samen met pap en mam dat te doen en het daarna met z’n tweeën over te nemen. Al is het instapmoment nog niet bepaald, we hebben er nu al zin in.”