Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Gerard en Hennie kochten ooit een frietkraam, Robert en Ellen ontwikkelden De Drie Burgemeesters door en Lieselotte en Gé zijn van de derde generatie Van Kol met passie voor eten en drinken. De familie viert het 50-jarige jubileum van het horecabedrijf, hun gezamenlijke trots. “Wij zijn een team, dat is onze kracht.”
Op de dag dat het Nederlands elftal in 1974 de WK-finale speelde tegen West-Duitsland, openden Gerard en Hennie van Kol hun frietzaak op de Brink. Gerard: “Ik was groenteboer, maar daar zag ik geen toekomst meer in. Toen ik de gelegenheid kreeg om de frietkraam te kopen, hapte ik meteen toe. Ik zag kansen. Ook omdat Sint Tunnis enorm groeide als uitgaanscentrum, met duizenden bezoekers elk weekend.”
Hennie (82) en Gerard (88) herinneren zich nog goed hoe die drukke avonden eruit zagen. “Het stond helemaal vol met jongeren. De meesten hadden een goed glaasje op als ze bij ons kwamen. Het was soms wat duwen en trekken. Maar wij vonden het heerlijk om daarmee om te gaan. Als iemand een beetje onbeleefd was, zei ik met een duidelijke blik: ‘zegt u het maar menéér’. Dat hielp, haha.”
De gehaktballen die Gerard zelf bij de fabriek in Oss kocht, staan nog altijd op de kaart. “Dat is mooi. Wij hadden in die tijd maar een paar producten, vooral friet, frikandellen en kroketten. Dat was gewoon toen, het paste allemaal op zo’n kleine zwart prijslijstje met witte drukletters.”
Laagdrempelig en gemoedelijk
Na wat over en weer gepraat met burgemeester Van Veggel, eind jaren negentig, hielp zijn opvolger burgemeester Gresel de familie Van Kol een stap verder. “Wij konden het oude bondsgebouw op de Brink kopen. Mijn man Robert en ik hebben plannen gemaakt en samen met mijn schoonouders hebben we ons uitgebreid laten inspireren door allerlei horecabedrijven. Daaruit is onze zaak ontstaan zoals we dat voor ons zagen: lekker, laagdrempelig en gemoedelijk. Daar voelden en voelen we ons in thuis”, zegt Ellen (55).
Ellen – ooit tandartsassistente – ging vol voor haar man en een horecatoekomst. In 2001 opende Jos Verbeeten, de derde burgemeester met wie ze al die jaren contact hadden om een nieuw bedrijf op te richten, De Drie Burgemeesters. Na lange tijd buffelen werd de droom gerealiseerd: een moderne eetwinkel en eetcafé met een groot terras. Ellen: “Ik geniet hier van de huiselijke sfeer en de persoonlijke contacten met gasten. Heerlijk. Elke dag gas erop en gezellig met z’n allen ertegenaan. Robert en ik hebben met veel plezier het bedrijf verder ontwikkeld. Ook toen we kinderen kregen. Die zijn zowat hier in de zaak opgegroeid. Dat was balanceren, maar het ging goed.”
Dinsdag 21 juni 2011 staat de familie Van Kol in het geheugen gegrift, als Robert plotseling komt te overlijden. “De klap was enorm”, herinnert Gerard zich. “’Opa, je moet komen, papa is dood’, vertelde kleine Gé door de telefoon”. “Verschrikkelijk was het. Mijn wereld stond stil”, vult Ellen aan. “De vader van onze jonge kinderen, mijn maatje en mijn sparringpartner waren we kwijt. Ik besloot door te gaan, vond ook dat ik geen keuze had. Je wilt er zijn voor je bedrijf, je kinderen.” Het nog altijd aanwezige verdriet is aan de gesprekstafel voelbaar en zichtbaar.
Energie en inspiratie
Net voor de Corona-periode ging Gé (25) in de zaak met Ellen. Lieselotte (28) is al een aantal jaren in dienst. Met z’n tweeën werken ze met dezelfde liefde voor De Drie Burgemeesters als hun ouders en grootouders. “Het aanpakken en werken als één team, dat hebben we echt van pap meegekregen. Hij was voor ons een bron van energie en inspiratie. De band met ons personeel vinden we net als hij heel belangrijk. We zijn er trots op dat nog veel oud personeelsleden tegen ons zeggen: ‘wat hebben we toch veel plezier bij jullie gehad’”. Lieselotte en Gé zijn er trots op dat de zaak 50 jaar bestaat. “Dat hadden we zonder onze gasten niet gekund. En die zijn we dan ook heel dankbaar. Of we nog plannen hebben voor de toekomst? Jazeker, we dromen ervan om het eetcafé groter te maken. Ook willen we het eten en drinken naar een nog hoger niveau tillen. Maar eerst maar eens genieten van de jubileumfestiviteiten. We hebben een mooi programma.”