Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Ondernemen zat altijd al in het bloed bij Jan Kempen. Ooit begonnen met het opknappen van auto’s, later eigenaar van de ‘De Breijenburg’, een accountantskantoor en een palet aan vastgoed. Een verhaal over de liefde voor het zakelijke leven. “Je moet de grens willen opzoeken.”
Tijdens het gesprek gaat twee keer de telefoon. Jan Kempen (74) is een druk man. “Ik ben altijd met van alles bezig”, verklaart-ie. “Soms worden ideeën werkelijkheid, soms niet. Ik denk in kansen, niet in geld.”
Die kansen zag Jan al vroeg. Amper van de MULO af, begon hij samen met zijn broer achter de boerderij van zijn ouders in Ledeacker auto’s op te knappen. Toen zijn vader met het boerenbedrijf stopte en wilde beginnen met een camping, deed Jan al snel mee. “Mijn vader plaatste een paar caravans en gaf de camping de naam ‘De Breijenburg’, zo stond het stuk grond daar bekend. Pa was meer een man van gezelligheid. In de schuur timmerden we een bar. Die liep meteen lekker. Niet zozeer door de campinggasten, maar in korte tijd wist vader samen met mijn broers en zussen al veel gasten uit de omgeving binnen te krijgen. Een rondje geven helpt dan. Een danszaal volgde en de rest is historie. Mooie en goede tijden gehad.”
Gek
Ondanks het succes werd het voor Jan na enkele jaren te saai. Op zoek naar nieuwe prikkels en uitdaging schoolde hij zich bij en ging werken bij een bedrijf als loonadministrateur. “Veel handwerk in die dagen. Uitgebreide tabellen en staten invullen, dat allemaal. Dat moet anders kunnen, dacht ik. Als jonge vent kocht ik zelf voor 80.000 gulden een computer ‘IBM/Systeem 32’. Modern voor die tijd. Haha, hij was zo groot als een tafel. De combinatie accountancy, fiscale advisering én automatisering was in die periode goud. Ik zat aan de voorkant van de markt. Iedereen vond me gek, maar ik zat dag en nacht te programmeren om de papieren administraties van bedrijven efficiënter te maken.”
“In de kelder van mijn huis op het Zandseveld werkten we toen al gauw met zo’n vijf man. Aangezien het te klein werd, heb ik op een dag de telefoon gepakt en burgemeester Van Veggel gebeld. Hij tipte me om het oude postkantoor te kopen, hier aan de Breestraat. Ik heb direct doorgepakt. Ik hou van handelen en onderhandelen.”
Jarenlang bestierde Jan het accountantsbureau Kempen en Kempen/Küppers. Hij hield intussen zijn ogen en oren open. “Na de eerste periode van de financiële crisis, zo rond 2012, kwamen er veel huizen te koop staan. Ik ben vanaf dat moment écht in het vastgoed gegaan en heb panden gekocht in Tilburg en Eindhoven. We hebben die op laten knappen en zijn ze aan studenten gaan verhuren. De vraag ernaar was en is enorm. Veel doe ik samen met m’n zoon Jan-Paul.
Misschien dat hij zijn vleugels uitslaat naar Dubai. Maar dat zit nog in een verkennende fase. Ja, ik hou er gewoon van om niet voor de gemakkelijkste weg te kiezen. Niet alles lukt, bij mij ook niet. Maar je moet de grens opzoeken. Risico’s durven nemen. Als je je als ondernemer focust op zaken die een slagingskans hebben van slechts 50%, dan presteer je uiteindelijk het meest. Geldt ook voor je medewerkers. Die hebben uitdagingen nodig.”
Flair tonen
Met een rugzak vol levenservaring en zakelijk instinct, laat Jan graag zijn licht schijnen op de ontwikkelingen in het centrum van Sint Tunnis. “Ons dorp heeft met de bossen en hei naast de deur veel toeristisch potentieel. Al is het wel zo dat op dit moment vooral ouderen hier vertoeven. En die nemen vaak hun boterhammen zelf mee. Commercieel gezien is dat lastig. Op de Brink zou een pannenkoekenrestaurant en een ijsspeciaalzaak kansrijk zijn. Het gaat er wel om dat je ruimte voor hen biedt. Dat je als gemeente durft te gaan voor bijvoorbeeld een impuls aan ondernemers om zich tegen gunstige voorwaarden hier te vestigen of te verplaatsen. Meedenken, de regels soepel toepassen. Je moet flair tonen en stappen zetten die onmogelijk lijken te zijn. Als gemeente en zeker ook als ondernemer. Aan de rand van het ravijn bloeien immers de mooiste bloemen.”