Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Henny Lenkens
Ze hielden zich al lang bezig met natuurvriendelijk tuinieren, maar vier jaar geleden besloten Doreen en Hans de Hoog om een weiland achter hun woonboerderij in te richten als voedselbos. “Vanaf ’t begin wilden we een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Wij willen samenwerken met de natuur”, zegt een bevlogen Doreen.
Een voedselbos of ‘eetbare bostuin’ is geen natuurlijk bos, maar ook geen boomgaard. Er groeien noten, fruit en andere eetbare planten, terwijl de bodem en biodiversiteit worden versterkt. “Zoals je ziet is ons voedselbos nog in ontwikkeling”, vertelt Doreen (55) tijdens een rondgang over het slingerende graspad door de bostuin. Want pas na 7 jaar is een voedselbos als ecosysteem ‘jong volwassen’ en na 12 tot 14 jaar is het een stabiel ecosysteem. “Dat het nog een tijdje duurt, daar hebben wij geen moeite mee!”
Om hun droom waar te maken bestemden Doreen en Hans een weiland zo groot als een voetbalveld (0,8 hectare) als voedselbos. Er werd jarenlang gehooid en beweid. “Ik was niet zo gelukkig met het injecteren van mest. Toen heb ik Hans voorgesteld om bomen te planten.” Al snel besloten ze een stap verder te gaan en een voedselbos aan te leggen. Dochter Laura (27), die een cursus volgde bij ‘Stichting Voedselbosbouw Nederland’, was de inspirator. “Ze vertelde erover en toen zijn wij ook enthousiast geworden”, vertelt de 56-jarige Hans. Sterker nog, in grote lijnen richten Doreen en Hans het voedselbos in zoals Laura dat tijdens de cursus uittekende. Het heeft intussen veel weg van een ‘familieproject’, want ook hun tweede dochter Daniëlle (24) is er vol ingedoken. Zij volgt momenteel een Green Traineeship ‘De Voedselbosrevolutie’, een programma van IVN Limburg/Noord-Brabant.
Een voedselbos kan in strakke patronen worden opgezet, maar ook meer organisch waarbij bomen en planten in een schijnbaar natuurlijke chaos zijn aangeplant. Bij De Hoog kozen ze voor die laatste opzet.
Ze leggen het voedselbos in stappen aan. In het najaar van 2021 gingen ruim 150 ‘pioniers’ bomen de grond in. “Dat was in coronatijd, maar na een oproep kwamen liefst 20 mensen ons helpen. Dat was geweldig”, blikt Doreen terug.
Een rij knotwilgen markeert de lager gelegen achterzijde van het perceel, waar ze ook een poel hebben laten graven. Dit najaar staat de aanplant van vijf windhagen (totaal 150 meter) op het programma, die gaan zorgen voor windbreking en schaduw, met onder andere hazelaar, olijfwilg, zwarte els en Gelderse roos. “We hebben ervoor gekozen dat elke windhaag een eigen samenstelling krijgt.”
De variatie aan beplanting trekt dieren, vogels en insecten aan. “We zien hier reeën, vossen en dassen”, vertelt Hans. Doreen en Hans zijn blij met hun besluit en genieten dagelijks van de ‘groene revolutie’ die zich in hun achtertuin voltrekt. Belangstelling voor een bezoek of om stekjes te ruilen? Stuur dan een mailtje naar .