Baby- en kindergebaren zijn nog behoorlijk onbekend in Nederland, al verandert dat snel op het moment. Een goed moment om eens uit te leggen wat baby- en kindergebaren nu eigenlijk zijn.
Een kind wil graag met andere kinderen en volwassenen delen wat het beleeft en nodig heeft. Met baby- en kindergebaren geef je het kind de taal in handen waarmee het dit uit zichzelf kan doen, zonder dat jij als ouder of verzorger hoeft te raden waar het kind naar zou kunnen wijzen of wat het zou kunnen willen. Je ondersteunt wat je zegt met gebaren uit de officiële Nederlandse gebarentaal.
Een kind begint pas rond de leeftijd van anderhalf jaar écht met praten, maar is cognitief al veel eerder in staat om te communiceren. Door een kind gebaren aan te leren, kun je deze periode overbruggen. Je kunt al met je kind communiceren voordat het kan spreken! Vanaf ongeveer zes maanden gaat het kind betekenis geven aan de taal die het hoort en gaat dan dus begrijpen wat je zegt. Het kind ziet en herkent een vliegtuig in de lucht of een hond die blaft of een giraffe in de dierentuin en wil dit graag aan jou vertellen. Het weet ook wat er gaat gebeuren als je vraagt of het wil eten of gaat slapen. Vanaf de leeftijd van ongeveer 8 maanden kan het kind gebaren terug gaan maken en kan het een gesprek met jou starten, waardoor je meer inzicht krijgt in de belevingswereld en interesses van het kind.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat gebaren niet alleen de taal- en spraakontwikkeling op jonge leeftijd bevordert, maar ook dat gebarende kinderen, als ze wat ouder zijn, een voorsprong hebben op niet gebarende kinderen in het lezen, schrijven en spreken.
Er zijn diverse redenen om baby- en kindergebaren te gebruiken in de communicatie met kinderen:
* Onderzoek heeft aangetoond dat een baby op jonge leeftijd veel meer kan begrijpen en ‘vertellen’ dan voorheen altijd werd gedacht. Vanaf de leeftijd van ongeveer zes maanden kunnen baby’s betekenisvolle gebaren maken en daarmee aan ouders en verzorgers duidelijk maken wat hun behoeftes zijn. Dit is veel eerder dan dat kinderen verbaal kunnen communiceren. De meeste kinderen beginnen tussen 12 en 18 maanden met spreken. De periode tussen het moment dat een kind taal kan begrijpen en het moment waarop het woorden kan spreken kan met baby- en kindergebaren goed worden overbrugd.
* Voor oudere kinderen die moeite hebben met praten of het begrijpen van taal heeft het gebruiken van ondersteunende gebaren ook een stimulerende werking in de verschillende ontwikkelingsgebieden.
Het toepassen van baby- en kindergebaren heeft onder andere de volgende voordelen:
• Er ontstaat minder frustratie en verdriet omdat het kind zelf kan aangeven wat er aan de hand is of wat het graag zou willen.
• Het kind kan uit zelf vertellen wat het ziet waardoor je meer inzicht krijgt in de interesses van het kind.
• Je overbrugt de periode van taal begrijpen naar kunnen praten.
• Het taalverwervingsproces wordt vroeger actief gestimuleerd waardoor het kind op jongere leeftijd begrijpt dat woorden of gebaren staan voor voorwerpen, personen en handelingen. Bovendien leert het kind dat eenzelfde woord in verschillende situaties een andere betekenis kan hebben. Zo is een ‘auto’ een ding om in te rijden met papa en mama, maar ook om mee te spelen en kan die ook getekend zijn op een plaatje in een boek.
• Het kind kan het initiatief nemen om een gesprek te starten.
• Met gebaren krijg je als ouder en verzorger een soort ondertiteling van het gebrabbel waardoor misverstanden voorkomen worden en je direct weet waar het kind over praat.
• Bij meertaligheid vormt gebaren een brug tussen de verschillende talen en kun je als ouder of verzorger het anderstalige gebrabbel van het kind makkelijker begrijpen.
• Jij en het kind kunnen met andere gebarentaalgebruikers communiceren.
• Omdat je elkaar aankijkt als je gebaren gebruikt, heb je meer aandacht tijdens interacties en is veelvuldig herhalen van je boodschap niet nodig.
• Je begrijpt eerder wat er in het kind omgaat en kunt daarop inspelen. Daardoor kun je inspelen op verschillende situaties, voelt het kind zich sneller begrepen en hoeft het niet boos of verdrietig te worden.
• Bij de ouder of verzorger ontstaat minder frustratie doordat deze niet hoeft in te vullen wat het kind zou kunnen bedoelen, maar dankzij baby- en kindergebaren precies weet wat het kind zegt.
• Plaatjes kun je makkelijker onthouden dan wanneer je woorden alleen hoort, met baby- en kindergebaren maak je een plaatje bij de woorden die je tegen het kind zegt.
Een heleboel voordelen dus, en dat is precies waarom ik babygebaren inzet in mijn gastouderopvang en ruim vijf jaar geleden zelf docent geworden ben. Zeg nou zelf: ieder kind zou dit toch moeten leren? Het maakt communicatie een heel stuk makkelijker.