Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Eindeloos voorbijtrekkende Duitse militairen, dekking zoeken in de schuilkelder, brandende vliegtuigen. De Tweede Wereldoorlog had impact op Sjaak van Kempen. De indrukken die hij als jonge boerenzoon opdeed, staan in zijn geheugen gegrift. “De oorlog in Oekraïne laat zien dat de lessen nog niet geleerd zijn.”
“’Het is oorlog. Kom snel allemaal naar binnen’, zei pa”, herinnert Sjaak van Kempen (90) zich. Het was vrijdag 10 mei 1940. Een zonnige dag. “We stonden buiten op de stoep, voor onze boerderij op de Sambeeksedijk. Ik zie mijn korte broek nog wapperen, op het moment dat ik de ontploffingen hoorde. Meerdere bruggen in de regio werden opgeblazen door Nederlanders om barrières op te werpen voor de Duitsers. Zo werd ook de Witte Brug in Boxmeer, hemelsbreed niet ver van ons vandaan, verwoest. De hele dag kwamen vliegtuigen over. Ik was niet bang, maar vond het wel spannend. Al was ik pas acht jaar, ik had direct in de gaten dat er iets loos was. Pa was veel met de buren aan het praten. Naar buiten mochten we niet.”
Die eerste oorlogsweek lag het leven zo’n beetje stil in Sint Anthonis. “Het ritme was weg”, zegt Sjaak. “De school werd na een week wel weer opgepakt. Op het plein van de jongensschool vroegen enkele Duitse militairen of we een paar liedjes voor hen konden zingen. Ze waren erg vriendelijk. Wij zongen uit volle borst. Ze maakten er foto’s van. Later besef je dat die misschien wel gebruikt zijn voor propaganda.”
Bommen op Sint Tunnis
De oorlog was en bleef heel dichtbij. Zelfs tot in de kerk van Sint Anthonis. “Pastoor van Delft was fel anti-Duits. Ik hoor hem nog roepen tijdens de mis. Hij had het over ‘martelaren’ en ‘de beestachtige praktijken die de bezetter bezigde’. Niet lang daarna werden er drie bommen gegooid, waarvan er één tot ontploffing kwam. Vlak bij het Rondveld. Ja, dat moeten vergeldingsbommen zijn geweest. De pastoor is dan ook geadviseerd te stoppen met zijn toespraken. Eén keer stonden de Duitsers buiten bij de kerk te wachten. Toen zijn de aanwezige onderduikers door de deur van de sacristie snel via de tuinen van de nonnen in veiligheid gebracht.”
Het gewone leven ging verder, voor zover dat kon. Samen met zijn ouders, vijf broers en zus pakte ook Sjaak de draad op. “Honger hebben we nooit gehad. We hadden een kippenbedrijf. De Duitsers kwamen regelmatig eieren halen. Ze betaalden er niet voor. Sommige Duitsers waren streng en bars, andere soldaten niet.‘Wir haben den Krieg nicht gewollt’, zei een van hen die altijd een vrolijk liedje zong. We kregen in de oorlog ook regelmatig bezoek van mensen die op zoek waren naar voedsel. Zelfs van ontheemden uit Amsterdam. Die keken met grote ogen naar wat wij op tafel hadden staan en waren maar wát blij dat ze mee mochten eten.”
Helemaal stil
De oorlog bleef op momenten spannend. De grote zoeklichten op het Rondveld, de aanleg van en de sabotageacties op het noodvliegveld aan de Sambeeksedijk, neerstortende vliegtuigen, de angstige buren die regelmatig dekking kwamen zoeken in de kelder van Van Kempen, de evacuees in huis. Maar het meeste indruk maakte de plas bevroren bloed die Sjaak en zijn broers zagen liggen toen ze bij een uit de lucht geschoten vliegtuig gingen kijken. “We waren er echt helemaal stil van.”
In september 1944 werd Sint Anthonis bevrijd. “Van een Engelse militair kregen we chocolade, sigaretten en marmelade. Dat was heel speciaal. We waren blij, maar het was ook een verwarrende periode, want Overloon was op dat moment nog niet bevrijd. De bulderende kanonnen en tanks stonden van de Sambeekse hei tot Oploo opgesteld voor het Overloonse offensief. Ook recht voor ons huis. Het lawaai was enorm.“
‘Leren ze het dan nooit?’
Sjaak, oud-docent, belezen en nog altijd veel geconsulteerd door de Heemkundevereniging, bladert door het boek dat hij zelf ooit schreef over zijn oorlogsherinneringen. Hij veert op als de actualiteiten in Oekraïne ter sprake komen. “De verwoestingen daar zijn verschrikkelijk. Het doet me denken aan het platgebombardeerde Overloon. Hoe zinloos. Leren ze het dan nooit? Dat ik op het einde van mijn leven dit opnieuw moet beleven, is eigenlijk een dramatische ervaring. Het is belangrijk dat we blijven herdenken. Dat we blijven inzien hoe afschuwelijk oorlog is. Daarom is de herdenking van de oorlogsslachtoffers op 4 mei zo belangrijk. Er waren zoveel gesneuvelden. Dat moeten we nooit meer willen. Alsjeblief, zeg.”