Publicatie Trots Sint Tunnis
Door Arie Cornelissen
Zo ben je fit en sta je midden in het leven en zo ben je afhankelijk van de zorg van een ander. Het overkwam Jan. Hij is blij dat hij af en toe kan vertoeven in gastenverblijf De Parel. “Het is niet alleen fijn voor mezelf, mijn vrouw kan ook even bijkomen.”
“Zes jaar geleden was er nog niks aan de hand”, zegt Jan Bosmans (85). “Ik was altijd gezond en fit. Maar toen ik de ziekte van Parkinson kreeg, namen de beperkingen toe.”
Hij zit samen met vrijwilligster Marja Hoeberigs (68) aan de keukentafel bij De Parel, het logeerhuis voor volwassenen aan de Brink. Het is er knus ingericht. Als je het niet weet, heb je niet in de gaten dat je aanwezig bent in een gastenverblijf. “Wanneer je wat ouder wordt, krijg je soms ‘wat aan de knikker’”, zegt Jan nuchter. “Ik was al enige tijd voor klachten onder behandeling van een arts. Uiteindelijk kreeg ik de diagnose. Dan komen er ook nieuwe vragen op je af: hoe gaat het verder, kan ik ermee omgaan. Als oud-ondernemer was ik gewend midden tussen de mensen te staan. Daar hield ik van. Geleidelijk merkte ik dat ik meer moeite kreeg om initiatieven te nemen. Ik kreeg last van spanningen. Ook dagelijkse dingen als het aantrekken van steunkousen en schoenen vielen me steeds zwaarder. Voor mijn vrouw, die al jaren kampt met een chronische ziekte, is het ook een flinke belasting om dagelijks te helpen. Zowel fysiek als mentaal was het voor haar nodig om af en toe momenten voor haarzelf te kunnen hebben. Via onze kinderen en de huisarts kwamen we in contact met De Parel.”
“Ik word verwend”
Dat was volgens Jan een schot in de roos. Begin dit jaar was hij er voor het eerst, voor twaalf dagen. Het beviel goed. “De zorg die ik krijg is heel prettig. De mensen ontvangen je hartelijk. Waar nodig helpen ze. Als ik wil, kan ik ook helpen. Mijn slaapkamer ruim ik bijvoorbeeld zelf op. Verder gaat alles in overleg. Een rondje wandelen over de Brink of in de prachtige natuur van de enorme tuin hier achter ons, bijna alles is mogelijk. Ja, ik word écht verwend”, zegt Jan.
“We vinden het fijn om onze gasten een thuisgevoel en ook een beetje vakantiegevoel te geven”, vult vrijwilligster Marja aan. “Het is wel zo dat we inspelen op wat de gast wel en niet kan. We proberen ze zoveel mogelijk zelf dingen te laten doen en bezig te blijven. Zo zie je dat onze andere gast in de huiskamer een puzzel aan het leggen is. Iedereen doet zijn ding. We blijven in contact en zorgen dat de gasten hun verhaal kwijt kunnen.”
Veel plezier beleefd
Jan houdt van muziek en zingen. “Ik speel ook graag mondharmonica. Vorige keer bracht ik zomaar eens een paar liedjes ten gehore. Spontaan ging een vrijwilligster meezingen op de melodie en ook een medegast sloot aan en zong uit volle borst mee. Goh, wat hebben we dáár toch een plezier aan beleefd”, blikt Jan terug terwijl zijn ogen zijn gaan glimmen.
Volgens Marja is voor gebruikmaking van De Parel geen officiële indicatie nodig. “Wij maken samen met de zorgvrager en de mantelzorger een inschatting als we een intakegesprek hebben. We werken alleen maar met vrijwilligers. Te zware zorg kunnen en mogen we niet verlenen. We denken vanzelfsprekend in mogelijkheden en hebben korte lijnen met bijvoorbeeld thuiszorginstellingen en huisartsen. Bij specifieke zorgvragen dragen thuiszorginstellingen en de huisarts, in overleg met de aanvrager en mantelzorger, de zorg voor alle verpleegkundige en persoonlijke handelingen. Dit wordt dan op De Parel geleverd.”
Samen in balans
Op dit moment is Jan voor de tweede keer te gast. Hij geeft aan dat zijn verblijf niet alleen voor hem een meerwaarde heeft. “Mijn vrouw vond het fijn dat het haar ook goed had gedaan. Dat ze even kon bijtanken. Daar ben ik blij om, want dat is minstens zo belangrijk. Het gaat om de balans die je samen hebt. We zien wel hoe het verder gaat. Mijn ziekte heeft een progressief karakter. Maar zolang ik kan bewegen, blijf ik hier komen. Ik voel me thuis. Dit soort faciliteiten zouden in onze maatschappij voor meer mensen beschikbaar moeten komen”, vindt Jan.