Door Ronald Korsten
Publicatie Trots Sint Tunnis
Begin dit jaar kreeg Scouting Sint Patrick de vraag of het vrijwilligers wilde leveren voor de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Na een loting onder de aangemelden, behoorden Guusje van den Heuvel en Guus Aben (beiden 15 jaar) tot de 87 jongeren die het traject naar 4 mei mochten volgen.
Want een traject is het. “We zijn een volledig weekend naar Someren geweest met als doelstelling je te realiseren wat het inhoudt om een bijdrage te mogen leveren aan de herdenking en wat je te wachten staat. Daarbij bezochten we het Oorlogsmuseum in Overloon en de Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn. ”Guus vertelt verder: “We kregen diverse opdrachten en leerden ook de andere scouts (11-15 jaar), explorers (15-18) en zeekadets (14-17) kennen zodat we een hechte groep vormden.”
Bij een informatiedag in het provinciehuis in Den Bosch werden ze toegesproken en kregen ze verdere uitleg. Ook werden daar de taken toegewezen die ze zouden krijgen. Guus werd ingezet bij de rolstoelbegeleiding van de oorlogsveteranen en Guusje mocht een krans aangeven. ‘s Middags werd er geoefend met een proefpersoon in de rolstoel: “Je leert dan dat je bijvoorbeeld stoeprandjes achteruit moet nemen, anders kan de rolstoel voorover kiepen!”
Guusje vervolgt: “Met de bus gingen we naar Amsterdam. Onze mobieltjes moesten we in de bus achterlaten. Stel je voor dat er één af zou gaan tijdens de ceremonie! Wij moesten ‘s middags met een oefenkrans het juiste traject lopen en al precies de posities innemen. Ook van de afgegeven krans weglopen was precies volgens een protocol. De echte krans ‘s avonds bleek echter een stuk zwaarder. Ondanks dat ik bij toneel ook wel eens op een podium had gestaan, was ik toch wel gespannen. Er kijken heel erg veel mensen naar de herdenking en dan wil je niets verkeerds doen. De mevrouw waar we de krans aan moesten geven, huilde bovendien ook nog en dat vond ik toch wel heftig.” De veteraan die door Guus begeleid werd, had hem ook nog over de oorlog verteld. “Een vriend van hem was in de oorlog op straat geëxecuteerd. Bij de twee minuten stilte wilde hij per se gaan staan en salueren. Dat vond ik erg stoer van hem. Dat vergeet ik nooit meer!”